donderdag 10 december 2015

Oom Klaas en die ander....

O
om Klaas heeft ook nog familie, een tweelingbroer of zo, maar daar kan de beste man op zijn zachtst gezegd niet zo best mee opschieten… dat is echt een familievete. “Jan” zo zei oom Klaas een paar dagen geleden toen hij in het land was, “Jan, ik heb een gruwelijke pesthekel aan die man uit het nog hohohogere Noorden”. “Die kerel zit me steeds in de weg”.

Ik kan het wel een beetje begrijpen. Santa Claus, de broer die zich een Duits/Finse naam heeft aangemeten (en tegenwoordig ook een populaire bink in de States is) – in het echt heet hij gewoon Gerrit – zit oom Klaas geregeld in het vaarwater. Met een stel rendieren, zittend op een arreslee voor de stoomboot van oom Klaas gaan is ook niet echt tactisch. Op dat slingeren kom ik nog even terug, want dat heeft een oorzaak.

Claus ehh.. Gerrit is een echte tegenpool van oom Klaas. Oom Klas is lang en dun, Claus (Gerrit) is dik en klein. Oom Klaas mag, wanneer hij het land weer uit is, graag van de zon genieten. Claus (Gerrit, nog maar eens een keer) zoekt altijd de Noordpool op. Hij vindt het zo zielig dat ijsberen geen gezelschap hebben…

En hoe het zit met dat slingeren? Dat is heel eenvoudig. Rudolf, een bijdehand rendier van Claus (GERRIT, dit is al de derde keer!), is constant straalbezopen van de gegiste appels die hem in deze tijd worden voorgezet als voer in Zweden. Geen wonder dat dat beest een rode neus heeft! Als wij mensen een slok of één, twee, drie op hebben krijgen we ook vanzelf een rode neus. Daar hoef je echt niets bijzonders voor te doen.

En Claus laat het maar toe. Dat steekt oom Klaas. Maar dat is nog niet het ergste… “Waarom hebben de beide broers nu ruzie?” wilt u waarschijnlijk weten. Nou het hoe en waarom, daar ben ik nog niet helemaal achter, maar het zit erg diep.

Een voorbeeldje. Beide heren hebben een keer meegedaan aan het programma “World’s Best Children’s Friend”  of zoiets. U weet wel zo’n talentenjacht, maar dan voor de beste kindervriend. Is volgens mij ook nog op SBS Niks geweest.

Oom klaas dacht dat hij de titel met twee vingers in de neus zou winnen. En in Nederland lukte hem dat ook aardig; behalve dan in de provincie Friesland, waar een ander hem het gras voor de voeten wegmaaide. “Die Piter krijg ik nog wel” liet oom Klaas me onheilspellend weten. 

En ik weet dat het oom Klaas inderdaad is gelukt, want Pitertje heeft alleen in Grou nog aanhangers en hij mag zijn feestje dan ook pas vieren op 21 februari, wanneer oom Klaas (en die ander) het land al lang en breed weer uit is.

Ook kreeg oom Klaas nog wat stemmen uit België, Duitsland en een paar andere landjes, maar ’t schoot niet echt op met de puntentelling. Elke keer daarna was het “oom Klaas, zero points, zeroo poewants” en bij die dikzak uit het hoge Noorden “Twelve points, Doeze poewants”. Man, man, man wat was oom Klaas die avond nijdig! En meneer werd helemaal link toen ik zei “Maar oom Klaas, het is toch maar een spelletje?” Echt, oom Klaas ontplofte zowat!

Maar ja wat wil je ook. Die sullige dikzak heeft het prima voor elkaar met een sponsorcontract van een bepaald merk frisdrank. En als dan om het kwartier telkens de reclame met die vrachtwagen - waarop meneer breedlachend is geschilderd – voorbijkomt…. Beetje doorgestoken kaart, als je het mij vraagt.

Nu snapt u gelijk waarom er in sommige gemeenten verbodsbordjes voor de kerstman geplaatst worden. Want dat is Claus… eh Gerrit! En dat is maar goed ook, want oom Klaas en Gerrit door één deur, nee dat zie ik nog niet gebeuren!

PS Volgens mij heeft oom Klaas aan mijn verhaal zitten te morrelen… Ik zie allemaal doorhalingen. Ziet u meteen dat hij echt over de rooie gaat bij het zien van die naam! En ik heb nog wel zo’n mooi familieportret van ze! Kijk maar:



Om nog even terug te komen op de provincie Friesland… Daar is een dorp dat nogal eigenwijs is. Want wie zijn dorp “SintNicolaasga” noemt, of op zijn Fries “Sint Nyk”, dan weet je het wel. Het laatste bekt populair, zo van wij zijn de allerbeste vrienden van de Sint, maar zodra je de Nederlandse naam ziet wordt dat beeld grondig verpest. Tsja… Net alsof ze in het dorp het niet met elkaar eens kunnen worden.

Oom Kloas en dij aander...

O
om Kloas het ook nog familie, ain twijlingbreur of zo, mor doar kin de beste man op zien zachtst zegt nait zo best met opschaiten..., dat is echt ain familievete. "Jan" zo zee oom Kloas poar doagen leden toun hij in 't laand was, "Jan, ik heb ain gruwelijke pesthekel aan dij man doar uut het nog hohohogere Noorden." "Dij kerel zit mie oal in wege."

En dat kin ik wel ain beetje begriepen. Santa Claus,  zien breur dij zich ain Duuts/Finse noam het aanmeten (en tegenwoordig ain populaire bink is in the Steets) - in 't echt hait hij gewoon Gerrit- zit oom Kloas geregeld in 't voarwotter. Mit zo'n stel rendairen, zittend op zien arreslee slingerend veur oom Kloas zien stoomboot goan hangen is ook nait echt tactisch. Op dat slingeren kom ik nog op terug, want dat het een oorzoak..

Claus  ehh …Gerrit is ain echte tegenpool van oom Kloas. Oom Kloas is laank en dun, Claus  (Gerrit) is dik en klain. Oom Kloas mag in de zummer groag genieten van de zunne, Claus (Gerrit, nog mor es ain keer) zuikt oaltied de Noordpool op. Hij vindt het zo zielig dat iesberen gain gezelschap hebben... 

En hou dat zit met dat slingeren? Das hail ainvoudig. Rudolf, ain biedehante rendaier van Claus (GERRIT, daarde keer!), is constant bezopen van de gegiste appels, dij hom in dizze tied veurzet worden as vouer in Zweden. Gain wonder dat dat beest ain rooie neuze het! As wie miensen ain slok of ain, twij, drij ophebben kriegen we ook as vanzulf ain rooie neuze. Haifst echt niks bezunders veur te doun.

En Claus loat dat mor tou. En dat steekt oom Kloas. Mor dat is nog nait het aargste.. Woarom hebben baide breurs nou roezie will'n je waiten.. Dat goat hail aarg daip. Ain veurbeeldje. Baide mannen hebben es ain keer mitdoan aan 't programma "Worlds Best Childrens Friend" of zoiets. Het volgens mie op SBS Niks west.

Oom Kloas docht dat hij dat progamma wel eem met twij vingers in neuze won. In Nederlaand lukte hom dat ook oardig; behalve dan in de provinsie Fraislaand, woar ain aander hom 't gras veur de vouten wegmaaide. "Dij Piter krieg ik nog wel" het oom Kloas mie toun SMS't.

Dat klopte... Pitertje het allenig in Grou nog wat aanhangers en mag zien feessie ook pas op 21 febrewoarie vieren, as oom Kloas (en dij aander) 't laand oal laank en braid weer uut is. Ook kreeg oom Kloas nog wat stemmen uut België, Duutslaand, Luxemburg en wat aandere landjes, mor 't hail nait over. Elke keer doarnoa was het "oom Kloas, zeeroo poewaints" en bie dij dikzak uut het hoge Noorden was't "Doeze poewaints". Man, man wat was oom Kloas narig! En haildail toun ik zee "mor oom Kloas, het is toch mor ain spelletje?" Oom Kloas ontplofte zowat!

Mor ja, wat wilst ook. Santa het ook mooi veur mekoar met ain sponsorcontract van een bepoald maark frisdraank. En as dan om 't kwartaier elke keer de recloame met dij vrachtwoagen tussendeur komt.... beetje deurgestoken koart.

Nou snappen je ook woarom er in Nederland bordjes binnen woarop stait verboden veur de kerstman. Want dat is Gerrit! En dat is mor goud ook, want oom Kloas en Claus ("GERRIT, JAN!!!") deur ain deure, dat gait nait soamen!

PS Volgens mie zit Oom Kloas mien verhoaltje wat te verklooien! Nou kinnen je zain hou hij oal over de rooie gait bie 't zain van de noam van dij dikzak!!


Om nog eem terug te kommen op Fraislaand.. Doar is ain dörp dij wat tiepelzinneg is mit oom Kloas.. Want wel zien dörp Sint Nicolaasga nuimt of op zien Frais Sint Nyk, nou dan waiten je ’t wel, dat geeft verwarring. ’t Loatste bekt populair, dat is van wie binnen de grootste vrunden, mor de noam in ’t Hooghoarlemmerdieks spreekt het weer tegen. Tja.. net alsof ze doar in ’t dörp nait ains binnen mit mekoar. 

maandag 7 december 2015

Oom Klaas en de versjes (vertaald uit het Gronings..)

I
edereen weet het wel, zodra oom Klaas weer in het land is worden er versjes voor hem gezongen. Zo heb je “Zie ginds komt de stoomboot” , “Hop! Hop! Hop! Paardje in galop!” of “Zachtjes gaan de paardenvoetjes” en ga zo maar door.

En de versjes worden constant gejengeld door het kleine grut, in de hoop dat oom Klaas, beter bekend als Sinterklaas of simpelweg Sint, ze een cadeautje in de voor de  schoorsteen  radiator gezette schoen doet. En meestal geeft oom Klaas dan ook wat, helemaal als er ook nog eens een winterpeen in het schoentje is gepropt voor het paard – die trouwens op stal staat bij oom Loeks (als dat maar goed komt…) -.

Maar er zijn ook versjes die een loopje met de waarheid nemen. Laten we eens kijken naar deze zinnen uit het welbekende “Hoor de wind waait door de bomen”. Dit versje kent iedereen. Maar een paar regels zint oom Klaas niet. Het gaat hier om:
Vol verwachting klopt ons hart
Wie de koek krijgt, wie de gard
En
Maar o wee, o bittere smart
Kregen wij voor koek een gard
Eerst het kleine joch of meisje in de stress brengen door ze koek te beloven, om ze daarna alsnog een pak op hun duvel te geven? Welke gek verzint zoiets? Oom Klaas zeker niet! En wat te denken van deze zin:
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe
Maar wat is het geval? Oom Klaas zou het nooit durven om een kind te slaan met een bos takken. Zoiets komt totaal niet in hem op. Hij zou wel gek zijn om dat de doen! Binnen de kortste keren heeft hij de kinderbescherming achter zich aan!

Nog zoiets… Iedereen  heeft weet van de zak van oom Klaas. Daar worden zelfs grappen over gemaakt. Maar het is niet leuk. Hoe het verhaal van kleine kinderen in een zak stoppen om ze naar Spanje te ontvoeren de wereld in is gekomen weet oom Klaas ook niet, maar een kind in een zak stoppen, nee daar begint de beste man al helemaal niet aan. Het kind zou onderweg eens stikken!

Wat in vroegere tijden heel pedagogisch (whoei, da’s nog eens dure taal) verantwoord was is tegenwoordig niet meer zo vanzelfsprekend. Want een kindervriend die zulke vreselijke dingen doet, is snel kindervriend af. En we weten nu allemaal wie vervolgens aan de haal gaat met die titel, ene Claus  uit het hele hoge Noorden!

Op deze wereld loepen genoeg gekken rond, die kleine kinderen ik weet niet wat iets vreselijks aandoen. Aan dat soort praktijken doet oom Klaas niet mee! Een beetje plagen, met Sinterklaasgedichtjes, ja dat vindt oom Klaas leuk. Maar sommige zaken gaan ook oom Klaas te ver. Dat zijn juist de luitjes, die een pak slaag met de roe verdienen!

PS Eh, ik geloof dat ik gehakt ben… want dit kreeg ik net op mijn scherm:
OVER DIE CHARLATAN GA JE NIET PRATEN, GEEN CL☠☣S!!! DIE NAAM HEEFT MONNEER AANGENOMEN OM MIJ DE VLIEGEN AF TE VANGEN!! WANNEER LEER JE HET EENS JAN? IK VIND HET AL ERG GENOEG DAT JE MIJN FAMILIEGEHEIMEN HIER VERKONDIGT, EEN BEETJE RESPECT VOOR MIJ HEB JE OOK AL NIET MEER!!!
Oef! Oom Klaas is toch wel erg allergisch voor een bepaalde naam… Waar zou dat nu mee te maken hebben??

vrijdag 4 december 2015

Oom Kloas en de verskes

E
lkaine wait wel, dat wanneer oom Kloas weer in 't laand is er verskes zongen worden. Zo hebben je "Zie ginds komt de stoomboot", "Hop! Hop! Hop! Paardje in galop!", "Zachtjes gaan de paardevoetjes" en goa zo mor deur.

En dij verskes worden dan constant gejengeld deur 't klaine grut, in de hoop dat oom Kloas, ook bekend as Sunnerkloas of simpelweg Sint, ze dan ook ain kadootje dut in schoune. En mainstal geeft oom Kloas den ook wat, haildail as er ook nog ain winterpeen in leutje schoun propt is veur 't peerd -dij hij  trouwens op stal het bie ome Loeks -. 

Mor der binnen ook verskes dij ain loopje met de woarheid nemen. Loaten we es eem kieken noar dizze zinnen uut "Hoor de wind waait door de bomen". 't Verske kin elkaine wel. Mor ain poar zinnen uut 't verske zint oom Kloas nait. 't Gait hier om:
 Vol verwachting klopt ons hart
Wie de koek krijgt, wie de gard
en
Maar, o wee, o bittere smart
 kregen wij voor koek een gard
Eerst het leutje wicht of leutje jong in de stress brengen deur ze kouke te beloven en doarnoa 't leutje ding alsnog ain pak op zien of heur duvel geven?? Welke halfmaole het dat bedocht? Oom Kloas zekers nait! En wat te denken van dizze zin:
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe
Mor wat wil 't geval? Oom Kloas zol nooit ain kind duurven sloan met ain takkenbos. Zoiets komt totoal nait in hom op. Hij zol wel gek wezen om dat te doun! Binnen de körtste keren het hij de kinderbeschaarmen achter zich aan.

En elkaine wait ook over de zak van oom Kloas..... Doar worden genog grappen over mokt. Mor dat is nait leuk. Hou dat verhoal van leutje kinderen in de zak stoppen de wereld in is kommen wait oom Kloas ook nait, mor ain kind in ain zak stoppen, dat dut oom Kloas oal haildail nait! 't Kind zol ains stikken...

Wat in vrouger tieden hail pedagogisch (heh, stoer woord) verantwoord was is tegenwoordig nait meer zo vanzulfsprekend. Want ain kindervrund dij zulke vreselijke dingen dut, is snel kindervrund of. En wie wait'n nou almoal wel dan aan de hoal gait met dij titel, aine Claus uut het haile hoge Noorden!

Op dizze wereld lopen genog gekken rond, dij leutje knuppels 'k wait nait wat vreselijks aandoun. Aan dat soort praktijken  dut oom Kloas nait met! Ain beetje ploagen mit Sunnerkloasgedichten, joa dat vindt oom Kloas leuk. Mor sommige dingen goan ook hom te ver. Dat binnen eerder de luu, dei ain pak sloage mit de roe verdainen!

PS  Eh, ik leuf dat ik gehakt bin... want dit kreeg ik net op mien schaarm:
OVER DIJ CHARLATAN PROATST NAIT, GAIN CLS!!! DIJ NOAM HET BAMBOEZE AANNOMEN OM MIE WIND UUT DE ZEILEN TE NEMEN! WANNEER LEERST HET NOU AINS, JAN!!! VIND 'T OAL AARG GENOG DAST MIEN GEHEIMEN HIER VERKONDIGST, MOR AIN BEETJE RESPECT VEUR D'OAL MAN HEST OOK NAIT MEER IN DE POKKEL!!!

Oeh, oom Kloas is toch wel hail aarg allergisch veur ain bepoalde noam... zol dat aargens met te moaken hebben???

Verhoalen van mien oom Kloas


I
k kin 't nait langer meer uuthoalen.. Ik mout mor es begunnen over mien oom Kloas. Dat vindt hij nait fijn, dat ik zien embargo breek, mor aan aandere kaante, wellicht verdain ik er ain raisje met.....


Oom Kloas is oaltied oal het boetenbaintje van de familie west, gainaine kent hom goud genog en toch komt de beste man elk joar weer eem aanwuppen. Hou dat zit? Dat goa ik joe almoal nou uut de douken doun.

Noar het schient  is meneer oaltied 11 moand vort uut Nederland. En dat komt zo: meneer is noamelk pensionado. Hij ligt dreikwart van ’t joar broen te bakken in de zunne. Mainstal het hij zunnebrandcreme bie de haand met ain factortje van 50. Dat is ook wel neudig, want oom Kloas is wat aan de belegen kaante. Zeg mor gerust dat hij zo oald  is dat hij zien hoaldboarheidsdoatum dik het overschreden...

En oom Kloas kin 't doun. Tja, soms gait het wat minder, dan het meneer teveul speculoazen doan op de beurs, mor over 't algemain is hij knap zuunig, op het vrekkige of binoa. En toch… zo in december wordt oom Kloas inains heul aarg vrijgevig.

Wanneer ik contact zuik met oom Kloas, op ain olderwetse menaaier – want ain slimme telefoon  met doarop whatsapp, facebook en twitter gebruukt meneer nait vanwege al zien fans en email het hij nait meer, omdat hij steeds veul aanbaidens kreeg veur blauwe pilletjes dij hom rechtop in 't zoadel zol’n mouten hoalen -, dan vertelt hij mie dat hij aargens in de buurt van Salamanca zit, of was 't nou Saragossa of zulfs Salou….? Want doar zai ik hom ook best veur aan.

Zo, nou waiten je ongeveer wat veur ain man mien oom Kloas is. Volgende keer schrief ik wat meer over hom.

Je luu begriepen het, dit was veur de Grunnegers onder ons en as extragroatis service doun we de Hooghoarlemmerdiekse vertoalens der direct bie:

I
k kan het niet langer meer uithouden.. Ik moet maar eens beginnen over mijn oom Klaas. Dat vindt hij niet zo fijn, dat ik zijn embargo breek, maar aan de andere kant verdien ik er  misschien wel een reisje mee… 


Oom Klaas is altijd al het buitenbeentje van de familie geweest. Niemand kent hem goed genoeg en toch komt de beste man elk jaar weer even aanwippen. Hoe dat zit? Dat ga ik jullie allen nu uit de doeken doen.

Naar het schijnt is meneer altijd 11 maanden weg uit Nederland. En dat komt zo: meneer is namelijk pensionado. Driekwart van het jaar ligt hij bruin te bakken in de zon. Meestal ligt de zonnebrandcreme met factortje 50 bij de hand. Dat is ook wel nodig, want mijn oom Klaas is aan de belegen kant.  Zeg maar gerust dat hij zo oud is, dat hij de houdbaarheidsdatum dik heeft overschreden.

En oom Klaas kan het er van nemen. Tja, soms gaat het iets minder met hem, dan heeft hij weer eens teveel gespeculoost op de beurs, maar over het algemeen is hij knap zuinig, op het vrekkige af bijna. En toch… zo in december wordt oom Klaas ineens heel erg vrijgevig.

Wanneer ik contact zoek met oom Klaas, op een ouderwetse methode – want een slimme telefoon met daarop whatsapp, facebook of twitter gebruikt meneer niet vanwege al zijn fans en email heeft meneer niet, omdat hij steeds aanbiedingen kreeg voor blauwe pilletjes die hem rechtop in het zadel zouden moeten houden -, dan vertelt hij mij dat hij ergens in de buurt van Salamanca zit, of was het nu Saragossa of zelfs Salou…?  Want ook daar zie ik hem best voor aan.

Zo. Nu weten jullie wat voor een man mijn oom klaas is. De volgende keer schrijf ik wat meer over hem.

donderdag 3 december 2015

Pokeren met de thuiszorg

N
u er een reële kans bestaat dat TSN Thuiszorg omvalt - na het aankondigen van een surseance van betaling volgt meestal het faillissement - nemen we die andere partij eens onder de loep. De overheid. Want hoewel TSN  veel te verwijten valt, geldt hetzelfde natuurlijk voor de (lokale) overheid, die het zover heeft laten komen. Waar twee vechten, hebben beiden schuld.

De pijn bij TSN zit vooral bij het onderdeel Huishoudelijke Hulp. Om het even plat te zeggen, de schoonmaaksters in de thuiszorg.  Iedereen, die zelf zijn of haar huisje niet zelfstandig meer schoon kan maken en geen mantelzorger in de buurt heeft, zou via de WMO een huishoudelijke hulp kunnen aanvragen. En misschien heeft de aanvrager dan wel aanvraagster geluk. Tegenwoordig lijkt het eerder op een grote loterij of men wel of niet in aanmerking komt. Maar dat terzijde.

Nu heeft de gemeente niet al die huishoudelijke hulpen zelf in dienst, maar schakelt ze voor deze vorm van zorg (thuis)zorginstellingen in. Via een openbare aanbesteding kan een zorginstelling inschrijven. Daarom zijn we ook maar eens gaan spitten in de wijze waarop een aanbesteding binnen de gemeenten tot stand komt. En dat is vrij fascinerend.

Een korte uitleg hoe dat proces verloopt. Eerst stelt de gemeente de aanbesteding op en plaatst deze op een speciale website van de overheid voor aanbestedingen. De gemeente legt vervolgens de spelregels op schrift vast en zorgt ervoor dat er inspraak is voor de inschrijvende partij. Na wat heen- en weer overleg (in de stukken wordt gesproken van een overlegtafel) tussen de aanbieders van zorg en de aanbestedende  gemeente wordt de opdracht aan één of meer partijen gegund. En alles komt op schrift te staan, zodat het proces helder en inzichtelijk is. Op dezelfde website wordt gemeld dat de aanbestedingsprocedure is afgerond. Vervolgens kan de gemeente de huishoudelijke hulp toewijzen aan de zorgvragers.

Nu is er iets raars aan de hand met die aanbestedingen, tussen neus en lippen door heb ik het grote manco al genoemd.  De gemeente bepaalt de spelregels en kan dus ook van tevoren bepalen welk tarief per uur zij  maximaal wil betalen aan de zorginstelling. En dat is eigenlijk ongehoord, want zo valt er bitter weinig te verdienen aan het bieden van huishoudelijke hulp.

Op de website van de gemeente Utrecht vond ik een ingevuld rekenmodel van het bureau Berenschot, waarbij men door allerlei posten bij elkaar te tellen tot een bepaald tarief kwam. Alleen is er één probleem met deze werkwijze. Wil een zorginstelling niet kopje onder gaan, dan zal zij een marge/opslag in moeten bouwen. En laat die marge in het rekenmodel op nul gesteld zijn!  Stel dat de gemeente Utrecht dit tarief gewoon oplegt aan de zorgaanbieder, dan begrijpen u en ik dat  dit een bijzonder ongezond uitgangspunt is. En inmiddels is mij ook duidelijk dat deze werkwijze  gewoon door de lokale overheden wordt gebruikt. Her en der heb ik de tarieven waarvan uitgegaan wordt door bureau Berenschot voorbij zien komen in de berichtgeving rondom TSN.

Niet de lokale overheid dient het tarief te bepalen, maar de zorgaanbieder. En wanneer er meerdere aanbieders zijn, wint degene met het laagste tarief. Wil de gemeente met eventueel een tweede of derde aanbieder werken, dan kan de gemeente een gemiddeld tarief bepalen aan de hand van de door de zorginstellingen aangeboden tarieven. Zo wordt de lust dan wel last eerlijk verdeeld tussen de partijen.

Alleen… Uit één van de verslagen van een gemeente die ik tijdens mijn zoektocht vond, wordt gesproken over een opdracht tot bezuinigen van 35% op het beschikbare budget en zelfs 40% op het budget voor 2016.

En wie zijn hiervan de dupe? In eerste instantie de gemeente, die door het Ministerie van VWS aangezet wordt tot prijsdumping, in tweede instantie de zorgaanbieder, die een tarief moet accepteren die onder (ver) de kostprijs ligt en uiteindelijk is degene die via de WMO een beroep doet op de huishoudelijke hulp, de grootste verliezer in dit pokerspel om de centen.

Daarom is het ook tergend om te zien dat staatsecretaris van Rijn en minister Schippers samen de handen in de zakken houden en niet ingrijpen. Met mooie woorden kom je niet zo ver. Want laten we wel wel zijn, de schuld ligt volledig bij dit kabinet door het ronduit onverantwoorde beleid, dat hier tentoongespreid wordt.

vrijdag 27 november 2015

TSN: Gegokt en verloren met de thuiszorg

W
at ik vreesde komt uit. Twee, drie weken geleden schreef ik op mijn blog al dat TSN in zwaar weer verkeerde. Vandaag werd bekend dat TSN uitstel van betaling heeft aangevraagd. Heel bewust heb ik me stil gehouden, hoe diep men werkelijk in de problemen zat. Omdat ik wilde voorkomen dat mijn blog beschouwd zou worden als rancuneus natrappen.

Er leeft namelijk enig “oud zeer” door de ronduit arrogante houding indertijd van TSN met betrekking tot de zorg aan mijn moeder en de financiële afwikkeling ervan. Maar goed, das gibts nur einmal und kommt niemals wieder.

Een dik weekje terug besteedde Das Kapital, het financieel-economisch zusje van GeenStijl, ook al aandacht aan TSN en constateerde hetzelfde als ik  voor wat betreft de beloning van directie en raad van toezicht:
"Terzijde: de bestuurdersbeloning is ook handig weggejorist, want 'aangezien Stichting Thuiszorgservice Nederland c.s. geen personeel in dienst heeft, zijn er binnen haar organisatie geen (zogeheten) WNT-functionarissen actief'. (Gniffel, weinig zal het niet zijn)."
De strekking is duidelijk. Het is echter bijzonder jammer dat  de dienstdoende redacteur alleen gekeken heeft naar de stichting en niet even richting website van de Kamer van Koophandel is gegaan en daar voor een paar euro de jaarrekeningen op heeft gevraagd van TSN Thuiszorg B.V. Want dan had hij/zij vrij snel kunnen zien dat het structureel fout zit bij TSN.

Tot 2010 was er weinig aan de hand. Er werd een positief netto bedrijfsresultaat gerealiseerd dat om en nabij de 3,5 miljoen euro bedroeg. In 2011 kwam de klad erin. Dat jaar werd met een negatief resultaat afgesloten van 7,3  miljoen euro. In 2012 en 2013 verging het de B.V. niet veel beter, want de verliezen bedroegen toen ook rondom de 7 miljoen euro (zie de afbeelding, overgenomen uit de jaarrekening 2013, cijfers tussen haakjes zijn negatieve bedragen).


Bij het opvragen van de jaarrekeningen viel het me op  dat het jaar 2014 niet was gedeponeerd (tot op dag van vandaag), terwijl de voorgaande jaarrekeningen allen ruim op tijd (in april van elk verslagjaar) gedeponeerd zijn. Nu heeft TSN Thuiszorg B.V. nog even de tijd, tot 31 december, maar het is een vage aanwijzing dat er iets (grondig) mis is met de jaarrekening.

Dus kan ik alleen maar extrapoleren en ik schat dan ook in dat ook 2014 een verlies opleverde van tussen de 7 en 10 miljoen euro. Tijdens de persconferentie van vanmiddag werd bekend dat men over 2015 al een verlies heeft geleden  van tien miljoen euro. En de maand december moet nog komen, dus tel er een miljoen bij op en dan hebben we het plaatje wel redelijk compleet… Over vijf jaar een totaal verlies van bijna 40 miljoen euro. Toegegeven, ik kan er miljoen of twee naast zitten.

Indirect werd vandaag ook duidelijk waardoor deze verliezen zijn ontstaan, namelijk door in te schrijven op aanbestedingen van gemeenten met  tarieven die (ver) onder de kostprijs liggen. De directeur van TSN, de heer  Jongstra, was er als de kippen bij om de lokale overheden de schuld in de sinterklaasschoen te schuiven. Maar hier wringt die schoen.

TSN had een aantal jaren geleden als doel de grootste  zorgverlener van Nederland te worden en als verlengstuk van Asito  werd bewust ingezet op het marktaandeel verkrijgen in de sector die het meest op de schoonmaakbranche leek, namelijk de huishoudelijke hulp. Toen dat in 2007 werd overgelaten aan de gemeenten, als onderdeel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning begon de ellende.

Dat gemeenten de concessie gunnen aan degene die het laagste tarief biedt, is niet meer dan logisch. Net als u en ik willen ook zij als het enigszins kan voor een eurodubbeltje op de eerste rang zitten. Als je als grote zorgverlener daarin meegaat en koste wat het kost mee wilt doen aan de rat race richting bodem, dan is het niet de fout van die gemeenten, maar van het beleid van de directie zelf.

Je kan als thuiszorginstelling ook “nee, dit wordt ons te gek” zeggen. En wanneer meerdere zorgverleners dat doen kan de lokale overheid niet anders dan het laagste tarief te accepteren dat de zorgverlener stelt en niet voor het tarief dat de gemeente zelf in gedachten had.

Misschien een simplistische benadering, maar wanneer je als thuiszorginstelling blijft dansen naar de pijpen van de lokale overheid, kan je op je vingers natellen dat deze van de ontstane situatie gebruik dan wel misbruik gaat maken.

Door met het pokerspel van de gemeenten mee te blijven spelen heeft de directie van TSN Thuiszorg B.V. het spelletje verloren. En wanneer je dan geen “Royal Flush” of vier azen in je knuistjes hebt, als de lokale overheid die wél heeft, is het gauw over en uit.

PS Kijk ook eens naar het artikeltje zoals Das Kapital die vandaag bracht:Thuiszorger TSN kapot. Tijd om de staats te testen

donderdag 5 november 2015

Een hele mooie, volkomen legale constructie


D
e laatste tijd is één thuiszorgorganisatie volop in het nieuws: Thuiszorg Service Nederland, beter bekend onder de afkorting TSN. En niet in positieve zin; her en der wordt er bezuinigd op de grootste kostenpost, het personeel. En dat doet men door mensen te ontslaan en door de achtergebleven  werknemers eenzijdig een korting van 25% op hun salaris op te leggen.

Want het gaat slecht met deze thuiszorginstelling, die onder de Asito Diensten groep (kortweg ADG) opereert. TSN is een exemplarisch voorbeeld van te snel een groot marktaandeel proberen te verkrijgen, zonder de externe factoren goed mee te wegen.

Nu is niets zo veranderlijk als de politiek. De situatie waarin TSN thans verkeert is voor een zeer groot gedeelte toe te rekenen aan het decentralisatiebeleid van de landelijke overheid en de uitvoering ervan door de gemeentelijke overheden.  Dat kun je als verzachtende omstandigheid aanmerken.

Alleen is er iets meer aan de hand met TSN. En dat is de organisatiestructuur. Want zoals gewoonlijk blijft de leiding  buiten schot, terwijl het overige personeel het gelag betaalt. En dat jeukt.

Oorsprong

TSN is als commerciële aanbieder van thuiszorg opgericht in het jaar 2000. Na een aantal jaren, in 2007, heeft ADG TSN overgenomen om zo een groot marktaandeel in de thuiszorgsector te verkrijgen.  Vooral in de beginjaren werd zwaar ingezet op huishoudelijke hulp. Daarna ging het hard. De een na de andere (failliete) zorginstelling werd overgenomen, of delen van zorginstellingen.  TSN speelde keer op keer voor reddende engel.

Tweekoppig monster

Het punt is dat TSN uit twee organisaties bestaat. Allereerst heb je de Stichting Thuiszorg Service Nederland c.s. Deze is statutair gevestigd in Utrecht en is onderverdeeld in 31 kleinere stichtingen.

TSN B.V. is eigenlijk een holding en bestaat zelf weer uit diverse plaatselijke zorg B.V. ’s. De correlatie tussen de stichtingen en de b.v. ’s is vrij eenvoudig. Elke lokale stichting van Stichting Thuiszorg Service Nederland besteedt de opdrachten uit aan de plaatselijke TSN B.V., die vervolgens de daadwerkelijke dienstverlening uitvoeren. Laat dit nu een hele mooie, volkomen legale constructie zijn om de feitelijke bedrijfsvoering uit zicht te houden. Dat ga ik verduidelijken.

Regelgeving

Want wat is het geval? In Nederland is het zo geregeld dat instellingen die volgens de Wet Toegelaten Zorginstellingen[1] (de WTZi) zorg verlenen, aan diverse regels moeten voldoen.

Eén van de regels is dat deze instellingen hun jaardocument (maatschappelijk verslag plus jaarrekening) openbaar maken, zodat iedereen deze kan inzien. Ook geldt de Wet Normering Topinkomens, zodat alle regelingen met betrekking tot het salaris/toelagen van directie en raad van toezicht vermeld dienen te zijn in het jaardocument volgens een vast schema.

Speuren

De stichting TSN maakt dan ook netjes ieder jaar een jaardocument op. Dus wat heb ik gedaan? Het jaardocument opgevraagd[2] en deze eens goed gelezen. 

Het maatschappelijk verslag van de stichting geeft in mooie volzinnen weer welke veranderingen hebben plaatsgevonden, welke problemen de stichting daarbij gehad heeft en zet de koers van de stichting voor de toekomst uiteen. Tot zover is er niets nieuws onder de zon, want dat doen alle toegelaten zorginstellingen. 

Dan TSN B.V. Als je gaat zoeken in de jaarverslagendatabase van de overheid, stopt het vrij snel. In tegenstelling tot de Stichting TSN, is van TSN B.V. uit Almelo helemaal niets bekend.  Raar, want alle bedrijfsactiviteiten vinden plaats binnen deze besloten vennootschap. Gelukkig is via een omweg het jaardocument van de B.V. op te vragen.

Boekhouding

Nu ga ik geen verkorte cursus boekhouding houden, maar voor diegenen onder ons, die zich afvragen “Wat is een jaarrekening en wat moet ik ermee?” een kleine uitleg. De jaarrekening geeft de financiële situatie weer over een bepaald jaar. Het is, bij wijze van spreken, niets meer dan het huishoudboekje van een stichting of onderneming.

Wanneer we eens goed naar de jaarrekening[3] kijken, dan valt er iets op. In tegenstelling tot bijna alle andere zorginstellingen ontvangen de directeur en de raad van toezicht geen salaris of toelagen. Dat zit zo. In de jaarrekening is opgenomen dat het bestuur (directeur/rvt) geen bezoldiging ontvangt, omdat de leden al een salaris ontvangen bij ADG. Door middel van deze constructie is de Wet Normering Topinkomens handig omzeild. 

Voor de rest is Stichting TSN niet meer dan een doorgeefluik. Simpel gesteld komt er een zak (overheids-)geld binnen en vloeit dit geld grotendeels weer weg richting TSN B.V. In de jaarrekening wordt dit verantwoord onder de post Personeelskosten van de verlies- en winstrekening. En dat lijkt raar, want in het jaardocument wordt expliciet vermeld dat de stichting  geen personeel in dienst heeft, dus zou je verwachten dat de post personeelskosten nihil is. De personeelskosten moeten dus wel de kosten zijn, die TSN B.V. in rekening brengt  aan Stichting TSN.

Niet WTZi

Dat TSN B.V. niet te vinden is in de jaarverslagen zorg database heeft een reden. Door van TSN B.V. geen WTZi instelling te maken hoeft de Asito dienstengroep ook geen verantwoording af te leggen conform de regels van de WTZi. Nog belangrijker, het jaarinkomen van de directie blijft verborgen. Want de Wet Normering Topinkomens  is ook niet meer van toepassing.

De algemeen directeur van TSN B.V. is namelijk niet dezelfde directeur als die van stichting TSN.  De algemeen directeur van de Asito dienstengroep, de heer  Kroezen, is de directeur van Stichting TSN. De heer Jongstra, die veelvuldig in het nieuws is, is de algemeen directeur van TSN B.V.

In het jaarverslag wordt gemeld dat TSN B.V. een vijfhoofdige directie heeft. Zou de Wet Normering Topinkomens van toepassing zijn, dan zou van al deze directeuren de bezoldiging  bekendgemaakt moeten worden. Het laat zich raden dat dát niet de bedoeling is.

In de jaarrekening van de B.V. is niets te vinden over de bezoldiging van de directie. Dit doet vermoeden dat directie per persoon een (veel) hoger salaris ontvangt dan het in de Wet Normering Topinkomens opgenomen salarisplafond.

Conclusie

Op Twitter heb ik me al eens over deze constructie verwonderd. Prompt kreeg ik het verwijt dat het mij om “het salaris van de directeur” zou gaan. Laat dat nu net niet het geval zijn. Als ADG als commerciële dienstverlener denkt dat het salaris van al deze directeuren toereikend en passend  is, soit.

Ik heb echter veel moeite met het feit dat een organisatie, werkzaam in de zorgsector, gefinancierd met overheidsgelden, blijkbaar doelbewust  regelgeving  ontwijkt. Daar doet het optuigen van een stichting als lege huls, met een bestuur dat geen bezoldiging ontvangt, niets aan af.  

Nagenoeg elke andere (thuis)zorginstelling, ook diegene die op commerciële basis werkt, rapporteert netjes volgens de wet- en regelgeving. Vanwege deze transparantie zijn de grootverdieners binnen de zorg bekend en worden deze aan de kaak gesteld.

Dus zou het principe “gelijke monniken, gelijke kappen” moeten gelden. Blijkbaar wordt door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport anders gedacht en wordt de handelswijze van TSN/ Asito dienstengroep gewoon geaccepteerd.


[1] Onder de toegelaten instellingen vallen bijvoorbeeld ziekenhuizen, de ggz, ouderenzorg en verpleeghuizen. Het maakt daarbij niet uit of deze op commerciële basis opereren.  Bemiddelingsbureaus hoeven geen verantwoording af te leggen; zij bemiddelen alleen maar. Ook ZZpers (die vaak via bemiddelingsbureaus opdrachten verwerven) zijn vrijgesteld.  
[2] Wie geïnteresseerd is, kan alle jaardocumenten van toegelaten zorginstellingen bekijken en downloaden via de website https://www.jaarverslagenzorg.nl/. Vervolgens op de link “Zoek jaarverslagen” klikken.
[3] Gekeken is naar het jaardocument van 2013. Dit heeft te met name te maken met het feit dat de cijfers voor 2014 van TSN B.V.  op moment van schrijven nog niet gepubliceerd zijn. 

vrijdag 9 oktober 2015

Soeppie??

S
oms kan ik het niet laten. Een beetje geinen met medeTweeps. Toen zus vanochtend vroeg al druk in de weer was om grootmoeders recept voor soep te bereiden, kon ik het niet laten om een fotootje te plaatsen met de vraag "Welk soeppie is dit?"

En dan haal je je wat op de hals. De één dacht dat het een ouderwetse, onvervalste snert was.  Een ander dacht aan linzensoep. En nog een ander kwam met humkessoep op de proppen! Ik moest eerst even kijken naar het recept, maar ook dit was niet goed. Het ging om oma's aardappelsoep. Oorspronkelijk van Duitse origine.

Als mijn vaders broer en zus plus aanhang uit Nijkerk op bezoek komen voor een verjaardag, staat deze soep ter herinnering aan mijn oma altijd op het menu. En het schijnt dat mijn zus, beter nog dan mijn tantes, de soep kan bereiden.

Speciaal voor de aardappelsoep hebben wij in de tuin een bosje lavas staan. Komt elk jaar weer op en zodra de eerste blaadjes gevormd zijn plukken we ze. Lavas kan heel best ingevroren worden. Lavas wordt ook wel de maggiplant genoemd, omdat het één van de ingrediënten is dat in het bruine flesje met roodgele etiketten zit.

Wat heb je er voor nodig? Ik geef geen exacte hoeveelheden, maar voor 2 a drie liter soep zijn dit de ingrediënten:
  • ± 1 tot 1,5 kilo aardappelen, van de kruimige soort  
  • 500 gram prei
  • Rundvleesbouillonblokjes (een echte, krachtige rundvleesbouillon mag natuurlijk ook)
  • 500 gram (magere) blokjes rookspek
  • 250 gram Lavas (even vragen bij de groentenboer, want bij de grootgrutters ligt het niet in het schap)
  • 250 gram Peterselie
  • peper naar smaak
Net als bij snert is het geen bezwaar als de lepel rechtop in de soep blijft  staan. Vind je dat een beetje te gortig, dan is het geen bezwaar iets meer water toe te voegen, of minder aardappelen gebruiken.

Schil de aardappelen en snijdt deze in blokjes. Maak de prei schoon, en snijdt deze in ringen. Zet vervolgens een grote pan met water op de kookplaat / gasstel en voeg de aardappelen, wortel en prei toe. Naar smaak de rundvleesbouillonblokjes toevoegen. Breng dit alles aan de kook. Pluk de lavasblaadjes van de stengel, haal het mes er even door en voeg deze bij de soep. Hetzelfde geldt voor de peterselie. 

Pak vervolgens  een braadpannetje en bak de rookspekjes in eigen vet uit, totdat deze knapperig zijn. Schep vervolgens de spekjes uit de pan en laat je deze op bijvoorbeeld een stukje keukenpapier uitlekken. Oma deed rustig het spekvet ook in de soep (gaf veel smaak) maar tegenwoordig ligt dat wat zwaar op de maag.

Nadat de spekjes zijn uitgelekt voeg je ze bij de soep. Laat op een zacht vuur de soep goed doorkoken, zodat de aardappelen gaar zijn. Het is slowfood, dus reken op een uurtje of twee pruttelen.

En dan komt het. Een stamppotstamper is vereist, want de aardappelen worden in de soep platgestampt. Daardoor wordt de soep dikker en krijgt het binding (te weinig aardappelen? Beetje aardapppelpureepoeder erbij)

Afkruiden met wat peper en klaar is de culinaire Klara of Kees. Oh ja, soms doen een paar drupjes Maggi wonderen!

Naschrift: heel veel Duits(talig)e recepten vermelden ook (winter)wortel en selderij als ingrediënt. In oma's recept kwam het niet voor, maar experimenteer gerust. 


dinsdag 29 september 2015

Verspilling in de zorg

I
k weet niet of het nog steeds geldt, maar toen ik nog in de zorgsector werkte waren er een aantal zaken waar bakken met geld aan werden uitgegeven. Ten eerste de beruchte zorgmanagers.

Rond 1995 begon ineens de hausse aan fusies in de zorg. De voordelen van schaalvergroting werden binnen en buiten de branche bejubeld; zo zouden bijvoorbeeld de kosten beter in de hand gehouden kunnen worden doordat grote organisaties goedkoper in konden kopen. En men had over het synergie-effect, een bekend fenomeen uit de logistiek[1], waarbij een samenwerking of fusie effectiever tussen twee of meer zorginstellingen is dan dat iedereen voor zich zou werken. Zo op het oog steekhoudende argumenten. En het leverde de enorme zorgconglomeraties op die we nu kennen.

Voor het gemak werd even vergeten dat een grotere organisatie meer bestuurslagen (afdelingsmanagers,  zorgmanagers, locatiedirecteuren, u begrijpt het wel) kent en dat het geheel bureaucratischer wordt, waardoor de beoogde efficiëntievoordelen (deels) weer tenietgedaan worden.

Zo moest ik eens naar Stichting Philadelphia in Nunspeet toe omdat onze organisatie zou gaan samenwerken met deze zorgmoloch. Het eerst werd de salarisadministratie  aangepakt. Toen wij met twee man en één vrouw sterk het pand betraden keken we onze ogen uit, zoveel mensen samengepakt om de administratie te doen.

En er viel nog iets op. Elke medewerker was op zijn eigen deelgebied gespecialiseerd. Zodra je een vrij logische vraag had over bijvoorbeeld een bepaald onderdeel van het salarispakket, dan werd je verwezen naar medewerker X die je alles kon vertellen over de werking van dat ene onderdeel. Had je een vraag over een bepaalde regeling? Dan naar medewerker Y die je daar weer uitgebreid over kon informeren.  Nu is dit ietwat gecharcheerd, maar zo werkte het wel. Het hield ook in dat deze afdeling behoorlijk groot was, zodanig groot, dat er een compleet nieuw gebouw uit de grond werd gestampt om de administratieve afdeling te kunnen huisvesten, omdat het  oude gebouw wat krapjes werd.  Heeft het wat opgeleverd? Uiteindelijk niet. De samenwerking werd na een aantal jaren opgeheven.

Waar ook veel, heel veel geld aan uitgegeven werd, was de post advieskosten. Ieder jaar maakte de controller een begroting op met een bepaald budget voor advieskosten. Steevast kon je bij het opmaken van de jaarrekening er van uitgaan dat dit budget was overschreden. En dan niet met een paar tientjes, maar met vele duizenden euro’s. Stel dat het budget maximaal dertigduizend euro was, dan stonden wij er niet van te kijken dat het daadwerkelijk uitgegeven bedrag twee tot drie keer zo hoog werd. Elk jaar paste de controller het bedrag voor advieskosten aan in de begroting en elk jaar werd het budget fors overschreden. 

Oorzaak? Een directeur en een Raad van Toezicht die de eigen, intern aanwezige kennis niet op waarde konden schatten en vervolgens bevestiging zochten bij een externe partij. Voor elk wissewasje werd - bij wijze van spreken - een extern adviesbureau ingeschakeld, die uiteindelijk na een halfjaar onderzoek hetzelfde concludeerde wat de controller al had geadviseerd.  En dat tegen een nota waar je u tegen zei.

De Zorgstichting had ook een aantal bouwstichtingen waar alle aanleunwoningen in waren opgenomen. Net als bij de stichting Philadelphia hadden wij een directeur, die wilde dat de zorginstelling op kon gaan in de vaart der volkeren (niet geheel toevallig overigens, dat bewaren we voor een volgend blog).

Dus werd er gesloopt, gebouwd, verbouwd, gerenoveerd en gerestaureerd bij het leven. Was het ene project net opgeleverd, dan stond het volgende project al weer klaar. Aanleunwoningen waren volgens onze directeur nodig om het totale budget te verstevigen en nieuwbouw was volgens hem daarvoor uitermate geschikt.

Dat wij redelijk oude, doch zeer renderende aanleunwoningen hadden (veel vraag naar en weinig kosten), die tegen een veel geringer bedrag gemoderniseerd konden worden) was maar bijzaak. Deze werden afgebroken en er zou iets veel mooiers voor terugkomen. Dat hij daarmee de kip met gouden eieren slachtte kwam niet in de gedachten van de directeur op.

Nu moet ik toegeven dat er wat moois voor teruggekomen is. Een flat met meerdere bijnamen (niet allemaal even vleiend) die de skyline van Stadskanaal 's avonds markeert en die de stichting bijna de das om heeft gedaan. De controller heeft met kunst- en vliegwerk een oplossing gevonden.  

Als restpostje de kosten voor opleiding en vorming. Bedoeld om medewerkers een adequate opleiding te geven, zodat de kennis en kunde op peil bleef en de algehele kwaliteit van zorg omhoog ging. Natuurlijk mocht ook de directie een deel van het budget aanspreken. Enfin, dat werden dure seminars en studiereizen…



[1] met als klein grapje dat gehanteerd werd dat de uitkomst van de som één + één niet twee maar drie en soms zelfs vier is