I
|
k weet niet of het nog steeds
geldt, maar toen ik nog in de zorgsector werkte waren er een aantal zaken waar
bakken met geld aan werden uitgegeven. Ten eerste de beruchte zorgmanagers.
Rond 1995 begon ineens de hausse
aan fusies in de zorg. De voordelen van
schaalvergroting werden binnen en buiten de branche bejubeld; zo zouden
bijvoorbeeld de kosten beter in de hand gehouden kunnen worden doordat grote
organisaties goedkoper in konden kopen. En men had over het
synergie-effect, een bekend fenomeen uit de logistiek[1],
waarbij een samenwerking of fusie effectiever tussen twee of meer
zorginstellingen is dan dat iedereen voor zich zou werken. Zo op het oog
steekhoudende argumenten. En het leverde de enorme zorgconglomeraties op die we nu
kennen.
Voor het gemak werd even vergeten
dat een grotere organisatie meer bestuurslagen (afdelingsmanagers, zorgmanagers, locatiedirecteuren, u begrijpt
het wel) kent en dat het geheel bureaucratischer wordt, waardoor de beoogde efficiëntievoordelen
(deels) weer tenietgedaan worden.
Zo moest ik eens naar Stichting
Philadelphia in Nunspeet toe omdat onze organisatie zou gaan samenwerken met
deze zorgmoloch. Het eerst werd de salarisadministratie aangepakt. Toen wij met twee man en één vrouw
sterk het pand betraden keken we onze ogen uit, zoveel mensen samengepakt om de
administratie te doen.
En er viel nog iets op. Elke
medewerker was op zijn eigen deelgebied gespecialiseerd. Zodra je een vrij
logische vraag had over bijvoorbeeld een bepaald onderdeel van het
salarispakket, dan werd je verwezen naar medewerker X die je alles kon
vertellen over de werking van dat ene onderdeel. Had je een vraag over een
bepaalde regeling? Dan naar medewerker Y die je daar weer uitgebreid over kon
informeren. Nu is dit ietwat
gecharcheerd, maar zo werkte het wel. Het hield ook in dat deze afdeling
behoorlijk groot was, zodanig groot, dat er een compleet nieuw gebouw uit de
grond werd gestampt om de administratieve afdeling te kunnen huisvesten, omdat
het oude gebouw wat krapjes werd. Heeft het wat opgeleverd? Uiteindelijk niet.
De samenwerking werd na een aantal jaren opgeheven.
Waar
ook veel, heel veel geld aan uitgegeven werd, was de post advieskosten. Ieder
jaar maakte de controller een begroting op met een bepaald budget voor
advieskosten. Steevast kon je bij het opmaken van de jaarrekening er van
uitgaan dat dit budget was overschreden. En dan niet met een paar tientjes,
maar met vele duizenden euro’s. Stel dat het budget maximaal dertigduizend euro
was, dan stonden wij er niet van te kijken dat het daadwerkelijk uitgegeven
bedrag twee tot drie keer zo hoog werd. Elk jaar paste de controller het bedrag
voor advieskosten aan in de begroting en elk jaar werd het budget fors
overschreden.
Oorzaak? Een directeur en een
Raad van Toezicht die de eigen, intern aanwezige kennis niet op waarde konden schatten
en vervolgens bevestiging zochten bij een externe partij. Voor elk wissewasje
werd - bij wijze van spreken - een extern adviesbureau ingeschakeld, die uiteindelijk
na een halfjaar onderzoek hetzelfde concludeerde wat de controller al had
geadviseerd. En dat tegen een nota waar
je u tegen zei.
De Zorgstichting
had ook een aantal bouwstichtingen waar alle aanleunwoningen in waren opgenomen.
Net als bij de stichting Philadelphia hadden wij een directeur, die wilde dat
de zorginstelling op kon gaan in de vaart der volkeren (niet geheel toevallig
overigens, dat bewaren we voor een volgend blog).
Dus werd er gesloopt, gebouwd,
verbouwd, gerenoveerd en gerestaureerd bij het leven. Was het ene project net
opgeleverd, dan stond het volgende project al weer klaar. Aanleunwoningen waren
volgens onze directeur nodig om het totale budget te verstevigen en nieuwbouw
was volgens hem daarvoor uitermate geschikt.
Dat wij redelijk oude, doch zeer
renderende aanleunwoningen hadden (veel vraag naar en weinig kosten), die tegen
een veel geringer bedrag gemoderniseerd konden worden) was maar bijzaak. Deze
werden afgebroken en er zou iets veel mooiers voor terugkomen. Dat hij daarmee
de kip met gouden eieren slachtte kwam niet in de gedachten van de directeur op.
Nu moet ik toegeven dat er wat moois voor teruggekomen is. Een flat met meerdere bijnamen (niet allemaal even vleiend) die de skyline van Stadskanaal 's avonds markeert en die de stichting bijna de das om heeft gedaan. De controller heeft met kunst- en vliegwerk een oplossing gevonden.
Nu moet ik toegeven dat er wat moois voor teruggekomen is. Een flat met meerdere bijnamen (niet allemaal even vleiend) die de skyline van Stadskanaal 's avonds markeert en die de stichting bijna de das om heeft gedaan. De controller heeft met kunst- en vliegwerk een oplossing gevonden.
Als restpostje de kosten voor
opleiding en vorming. Bedoeld om medewerkers een adequate opleiding te geven,
zodat de kennis en kunde op peil bleef en de algehele kwaliteit van zorg omhoog
ging. Natuurlijk mocht ook de directie een deel van het budget aanspreken. Enfin,
dat werden dure seminars en studiereizen…
[1] met als
klein grapje dat gehanteerd werd dat de uitkomst van de som één + één niet twee
maar drie en soms zelfs vier is