vrijdag 10 juli 2015

Stereotypering

S
oms vraag ik me af waar het fatsoen gebleven is. Empathie met diegenen die door welke oorzaak ook in de problemen gekomen zijn is er niet meer. Een boude stelling, dat weet ik.

Door deze en gene worden ze uitvreters genoemd. Of gelukszoekers. Of in een recent geval labbekakkers. DikkeIkken, is er ook eentje, al pakte dat net even iets anders uit dan onze minister-president bedoelde..

Het zijn allemaal labeltjes, die groepen van mensen in een bepaalde hoek drijven.  Vaak geuit door andere mensen, die in hun eigen leven nog nooit enig tegenslag hebben gekend. Deze mensen voelen zich blijkbaar zo moreel verheven, dat zij denken dat ze zonder gêne een oordeel mogen en kunnen geven over de situatie van een ander.  Over vooringenomenheid gesproken.

Nu zal het niet alleen door financiële problemen komen, maar toch. Om de zoveel tijd lees je in de krant dat een “verward iemand” (ook weer zo’n typische stereotypering) de gaskraan van zijn huis heeft open gezet om de boel te laten ploffen. Zonder zich ook maar één keer  af te vragen waarom dit individu tot deze wanhoopsdaad gekomen is, beschrijft het journaille in sappige bewoordingen datgene wat er gebeurd is.

Het beroerde is dat  sommige politieke partijen vrolijk meedoen aan stereotypering. Sterker nog, de politiek zorgt door diverse maatregelen dat hele bevolkingsgroepen nog zwaarder in de problemen komen.  Misschien ben ik wel erg cynisch door te stellen dat de overheid zelf artikel I van de grondwet blijkbaar telkens met voeten treedt. De tekst van artikel I luidt als volgt: 
"Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."
Het artikel lijkt me duidelijk genoeg, er zit geen woord Frans of – laten we eens een uitstapje doen – Swahili bij. Tegenwoordig draait alles maar om één ding… geld, anders gezegd rendement. Als je geen rendement genereert doe je niet meer mee en wordt je uitgerangeerd. Het egocentrisme voert hoogtij.

Mensen, die een uitkering aanvragen worden door de overheid bij voorbaat al tot fraudeur bestempelt. Kun je een boete niet meer betalen? Dan ben je een crimineel en hoor je opgesloten te worden. Natuurlijk blijft de vordering gewoon staan, want de overheid is gekke Henkie niet. 

Zit je in de bijstand? Dan wordt je verplicht om een “nuttige” bijdrage aan de samenleving te leveren. Vervolgens mag je klusjes gaan opknappen, die geen werkervaring opleveren en waarvan je je af kan vragen of ze wel zo nuttig zijn.  Participeer je echter  in de maatschappij, zoals de overheid dat tegenwoordig zo graag wil, dan wordt je afgestraft door diezelfde overheid om zoveel goede wil. Dat valt gewoonweg niet te rijmen met elkaar.

Vervolgens lees je in de krant dat één of andere hotemetoot (vaak lid van een politieke partij) weer eens een “platina handdruk” bij elkaar heeft gegraaid en daarvoor bijna nooit bestraft wordt, omdat de fraude zo ontzettend moeilijk bewezen kan worden. Ammehoela! Kletskoek! Een gedegen team van fiscalisten, accountants en juristen kan malversaties zo doorgronden.

Nog iets, een politicus die in de problemen raakt door foute declaraties wordt eerst in bescherming genomen en als later blijkt dat hij/zij toch fout zat, wordt hij/zij netjes naar de achterdeur geleid, om vervolgens eerst een tijdje wachtgeld te genieten zodat in de tussenliggende tijd een nieuw baantje kan worden gezocht. Diezelfde overheid zorgt bijzonder goed voor zijn eigen spijtoptanten.

Dit soort ongelijkheid valt rustig te scharen onder het woord discriminatie.

U ziet het, ik ben behoorlijk cynisch. Zijn er dan geen lichtpuntjes? Gelukkig wel. Er worden door gewone mensen, zoals u en ik allerlei initiatieven ontwikkeld om andere mensen, die in nood verkeren te helpen, getuige de vele crowdfunding (lelijk Engels woord voor groepsfinanciering) projecten die er te vinden zijn.  En er wordt gul gegeven, omdat het resultaat tastbaar is.

Nee, van de overheid – even afgezien van de politieke partijen die het wél hebben begrepen -hoef je geen empathie of fatsoen meer verwachten. Het in dienst staan van de maatschappij is verworden tot het in dienst staan van de markt. 

zondag 5 juli 2015

Kabouters II

Ofwel, de ietwat aangepaste Nederlandse vertaling..


I
k heb wat met trollen. En des te minder heb ik op met kabouters. En dat komt door hun gedrag. Oh ja, ik weet het wel; de meeste mensen denken dat kabouters vrolijke luitjes zijn… Dat komt onder andere door de verhalen in de boeken van ene Rien Poortvliet. Dierenvrienden zouden het zijn, altijd behulpzaam, wonend in het grote bos.

Laten we het eens hebben over Paulus de boskabouter en kabouter Plop[1]. De televisieprogramma’s over dit soort figuren worden speciaal voor de kleintjes die een jaar of  vier oud zijn  gemaakt. Want kabouters zijn oh zo aardig en  vrolijk en vriendelijk.

Het zijn je reinste propagandaverhalen! En als je de kleinsten maar vroegtijdig begint te vertellen dat kabouters zo stoer, zo charmant en zo aardig zijn (Volgens mij heb ik dit vaker gehoord… Was er niet zo’n versje?), weten ze later niet anders dat kabouters lief en aardig van natuur zijn.  Zo wordt het kleine grut door de bonzen in TV-land gehersenspoeld.
Tsja.... Helaas kun je dit  in deze moderne tijd verwachten. 


Vader en moeder zijn beiden overdag aan het werk en als de kindertjes terugkomen van de crèche of school, worden ze subiet achter of voor de tv (naar gelang het standpunt) gezet. De kinderen zijn weer stil, pa en moe tevreden. En zo weet het grut  niet anders dat kabouters elke dag in een melkherbergje zitten te lanterfanten of stompzinnige dansjes  dansen om daarbij nog dommere liedjes te zingen. De indoctrinatie gaat ver, heel ver.

Tot mijn grote spijt moet ik erkennen dat ook ik lange tijd in het sprookje van Paulus en Plop heb geloofd. Maar ik ben van dat geloof af. Want laat mij u even hardhandig uit uw droom helpen, zo lief en aardig als men op de tv doet voorkomen zijn kabouters ABSOLUUT niet! Wie eerder wel eens heeft gekeken naar het Belgische Man bijt hond weet waarover ik het heb. In dat programma  was enige tijd een asociale kabouter met de naam Wesley te zien. En zo zijn kabouters allemaal! Geen één uitgezonderd! Echt, het zijn klieren tot en met.

Wat? Ze halen geregeld het bloed onder de nagels vandaan! Vandaar dat ik u wil waarschuwen voor het terreur van kabouters. En daarom zal ik u een paar voorbeelden geven welke gekkigheden deze puntmutsen allemaal uitvreten. De meeste ervan zullen u wel bekend voorkomen.

Zo zijn er bezitters van een tuin die niet goed lijken te beseffen welke ellende ze in huis halen als ze een stenen figuur bij het plaatselijke tuincentrum kopen en deze in het tuintje plaatsen. Vaak heeft de beste man of vrouw een vijvertje aangelegd om er visjes in te doen. Heel aardig.. En daar moet dan een kereltje met een puntmutsje  op en met een hengeltje in de hand aan de oever van het vijvertje geplaatst worden.

Dat ze de kat op het spek binden – of anders gezegd – dat ze een wolf in schaapskleren binnen gehaald hebben, dat lichtje komt niet bij hen op. Want kabouters hebben altijd zo’n gezellig dik buikje en van die vrolijke kleertjes aan. Met puntmuts. Het liefst in de kleur rood. Wat deze tuineigenaren niet lijken te beseffen is dat ze na een goed half jaar van bijna alle vissen die in de vijver zaten, af zijn.

De domkoppen geven vaak zonder uitzondering reigers de schuld van een leeg gevreten vijver. Fout! Zoals de uitkomst van de som één plus één twee is, zo is dit ook het geval bij een kabouter met hengel. De uitkomst is altijd een LEGE vijver. Het is zo eenvoudig als wat! Wég is de dure investering in goudvissen en koikarpers! Dat dikke buikje heeft de puntmutsbezitter niet voor niets. Of bent u soms in de veronderstelling dat kabouters geen vis lusten? En dan heb ik het nog  steeds niet over het puntmutsje...

Nog maar een voorbeeld. Er zijn tuinversieringen met een schepje, schoffeltje, harkje of kruiwagentje in hun handen. Wat dacht u wat deze luitjes met uw moestuintje doen? Zodra de groente en fruit rijp is , zijn de kabouters er als de kippen bij om alles in hun kruiwagentje te stoppen om het spul in een kistje langs de kant van de weg  te zetten en te verkopen voor een habbekrats. Zelf gezien!

Je kan in de herfsttijd niet fietsen zonder een kraampje tegen te komen waar pompoenen[2], die afgekeurd zijn voor huisvesting voor kabouters, massaal langs de kant van de weg voor dumpprijzen worden weggegeven. Of dacht u soms dat die pompoenen verkocht werden voor de sier? Helaas, dan heeft u het goed mis!

Nog een voorbeeld met dezelfde strekking. U denkt in uw moestuintje een aardig voorraadje aardappelen te hebben gekweekt zodat u vervolgens de winter goed door kan komen met uw eigen teelt. Kijk dan goed uit voor de kabouters! Binnen de kortste keren staat er een bord in de tuin met daarop EerdaAppelen te KoOp !! Drei Tweej Euroo per vaif kieloo!! Daarna heeft u alleen nog maar gezeur aan de kop van de buren, die ten onrechte denken dat u een domkop bent. Het lijkt warempel er net op dat u de eerste twee groepen van de lagere school heeft overgeslagen. De woorden op het bord waren toch echt goed gespelt[3]!

Vervolgens krijgt u het gedoe en gezanik van potentiële klanten, want die laten dit buitenkansje natuurlijk niet lopen. U kunt niet meer roeptoeteren dat u geen aardappelen verkoopt, want als u dat doet wijzen de belangstellenden terecht naar het bord dat in UW voortuin staat. En het bord, dat het tuinkaboutertje stiekem heeft geplaatst, kunt u niet zo maar weghalen, o nee! Voordat u met uw droge ogen kunt knipperen is het bord weer op zijn plek geplaatst. Zo bent u vrij snel door uw wintervoorraad Opperdoezen heen. En mag u noodgedwongen naar de  lokale Albertos Tegeinos (ook voor al uw Griekse specialiteiten) toe om daar een veel te dure zak aardappelen - vaak met van die glazige ogen, die je zo mooi aan kunnen kijken - aan te schaffen.

Al uw noeste arbeid naar de !@#$!! Ik heb de zin maar even gecensureerd, want kinderen[4] kunnen ook meelezen. Als u ooit eens de kans krijgt om uw huistuinkabouter op deze fratsen aan te spreken, let dan bijzonder goed op! Nog geen dag of twee later kunt u in het plaatselijke bokkenblad lezen dat de gemeente grondmonsters genomen heeft en dat daarbij giftige grond  in – o wat toevallig toch – uw woonwijk is gevonden. En u mag driemaal raden waar precies de gemeente het vervuilde grondmonster heeft aangetroffen.  En u wist nog wel zo zeker dat u twee dagen eerder geen last had van de koolwaterstoffen in uw moestuintje. Standaard antwoord van de raamambtenaar: “Dat zullen de kaboutertjes dan wel gedaan hebben”. Juist ja, die letterlijke interpretatie kan er ook nog wel bij.

Wil je wat van kabouters gedaan krijgen, dan moet je ze te eten geven. Zoveel is wel duidelijk geworden. Doe je dat niet, dan heb je de poppetjes aan het dansen (in hun melkherbergje). Het is je reinste chantage van de puntmutsbrigade.    Als er per ongeluk iets zoek is geraakt, wordt er ook vaak gezegd dat de kaboutertjes dit hebben gedaan. Nee… het ligt net even iets genuanceerder. Grote kans dat een kabouter  het heeft “geleend” voor eigen gebruik! Kabouters zijn net eksters. Met als gevolg dat u uw verloren  spullen waarschijnlijk nooit meer terugziet. Al lees je tegenwoordig wel erg vaak in de krant dat trouwringen en zulks opeens na drieëndertig jaar of langer verborgen te zijn geweest ineens weer opduiken. 

Ook daar is een afdoende verklaring voor. De huis- tuin- en keukenkabouter is simpelweg naar een andere bestemming verkast. Vaak is men dan ook erg blij dat de snuisterijen teruggevonden zijn en dat men eindelijk verlost is van de kabouter cosa nostra.

Ja, kabouters hebben wat gemeen met trollen. Zo kunnen ze urenlang als een baksteen langs de kant van een vijver staan met hun hengeltje (vaak met een lachende grijns, die niet anders te bestempelen valt als “wat heb ik jullie tuk met mijn truc”). Toegegeven trollen kunnen ook knap lastig zijn. Daar weten ze in Noorwegen en Zweden alles van af. Echter vergeleken met kabouters, zijn trollen (b)engeltjes…





[1] Het is een kenmerk van kabouters dat ze allemaal namen hebben die beginnen met een P. Kabouter Wesleys ouders waren van de wat minder traditionele luitjes. Zijn vader heette dan ook Spillebeen, juist, die van het heen en weer gewip op een paddenstoel (rood, met witte stippen). Aan dit feit kun je meteen zien dat kabouters helemaal niets geven om de natuur. Kijk maar eens goed rond tijdens de herfstperiode, her en der zie je geknakte paddenstoelen. Puur vandalisme door de puntmutsenmaffia.

[2] Waar het verhaal vandaan komt dat kabouters in een paddenstoel wonen is voor mij een groot raadsel. Ga maar na, een paddenstoel is veel te klein om in te wonen. Pompoenen kunnen uitgehold worden, er kunnen raampjes in gezet worden - op de manier zoals ik dat als klein jochie vroeger deed; twijgje zo buigen als een tennisracket, wat vochtig spinrag ermee opvangen en vervolgens voorzichtig met een vinger er overheen wrijven zodat het spinrag doorzichtig wordt -  en wandjes plaatsen is ook niet al te moeilijk. Stoofje met een beetje turf erin en de gemiddelde  eh bemiddelde kabouter heeft het prima voorelkaar

[3] Dit soort grappen krijg je dus met kabouters, want ze hebben het schrijven best wel aardig afgekeken van de mensen, maar die spelling en grammatica, dat is wat problematisch voor ze. De alfabetisch onderlegde puntmuts krijgt dat maar niet goed onder de knie. Vandaar dat er een Eetje of Ootje teveel op het promotiebord staat (en sinds de Groningse uitvoering op dit blog is geplaatst, is de prijs van aardappelen gedaald. Het is maar dat u het weet). En dus staat u, ondanks zes jaar lagere school en tien jaar aardappelen rooien (of peren plukken of – ach laat ook maar, u kunt zelf ook wel iets bedenken -) bij de buren, boeren  en buitenlui voor paal. Of om het iets anders te verwoorden: u wordt vierkant uitgelachen en bespot door de burgerij.

[4] En hun tere zieltjes wil ik niet nog meer op de proef stellen. Dit verhaal over kabouters is al erg genoeg voor ze.

zaterdag 4 juli 2015

Denkfout

S
inds het PGB bestaat wordt er misbruik van het systeem gemaakt. En het was tot 2015 ook wel erg eenvoudig om te frauderen.

Sla de krant erop na en je kan bijna de klok erop gelijk zetten; om de zoveel weken staat er een sappig artikel over zorgfraude in. De ene week ligt een directeur van een zorginstelling onder vuur vanwege graaigedrag, een andere keer worden cliënten opgelicht  door een zorginstelling die de zorgplicht voor deze cliënten op een grove wijze schenden. Enfin, verhalen te over, waardoor sommige columnisten  afvragen of  het wel zinvol is om door te gaan met het PGB.

Er zit echter één fout verweven in de denkwijze. Vrijwel nooit gaan de verhalen over de ontvangers van het budget, de budgethouders. In acht – of zo u wilt negen - van de tien gevallen is een  zorgverlenende organisatie degene die misbruik maakt van het systeem. De budgethouder denkt een betrouwbare partner te hebben gecontracteerd. Vervolgens wordt het vertrouwen geschonden. Externe zorgmakelaars, louche thuiszorgbureaus en budgetbeheerders weten maar al te vaak creatief om te gaan met het PGB.

En als het fout gaat is  de cliënt, vaak in naam ook de budgethouder, linksom én rechtsom de sigaar. De voor hen noodzakelijke zorg is hen ontnomen en omdat zij als budgethouder verantwoordelijk zijn voor misbruik, wordt het gelag door hen betaald. De fraudeur blijft meestal buiten schot.

Dit wordt ook gesignaleerd in het “Vervolgrapport Thematisch onderzoek aanpak PGB-fraude” van de Nederlandse Zorgautoriteit uit april 2015. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat 98% van de budgethouder meewerkt aan een fraudeonderzoek door het zorgkantoor, bij een thuisbezoek of op het zorgkantoor zelf.  Op de vraag waarom de budgethouder mee wilde werken aan het onderzoek kwamen de volgende antwoorden:

  • budgethouders hebben niets te verbergen;
  • budgethouders zijn niet op de hoogte van mogelijke misstanden;
  • budgethouders verkeren in de veronderstelling dat zij administratie en beheer juist (rechtmatig) uitvoeren;
  • budgethouders ervaren een lage pakkans.


Uit deze opsomming blijkt dat het merendeel van de budgethouders fraude niet in de zin hebben en vaak te goeder trouw handelt.

Een aantal columnisten  gaat er - ten onrechte - van uit dat er veel met het PGB gefraudeerd wordt. Voor het gemak wordt even vergeten dat er met de tegenhanger van het PGB, ZIN (Zorg In Natura) net zoveel kan worden gerommeld. Wie de intentie heeft misbruik te maken van een bepaald systeem zal het niet nalaten; vooral niet wanneer de pakkans laag wordt geacht en het gewin lucratief is.  

U vraagt zich af wie deze uitwassen allemaal mogelijk heeft gemaakt. Laten we zeggen dat het toestaan van concurrentie en commercie  in de zorg, de - oude en wellicht ook de nieuwe - PGB regelingen geen goed heeft gedaan. Het is heel uitdagend om de randen van het toelaatbare op te zoeken. Daar maken  degenen die aan het eigen gewin denken, zonder scrupules gebruik van.

woensdag 1 juli 2015

Over kabouters

I
k heb  wat met trollen. En des te minder heb ik op met met kabouters.  En dat komt deur hun gedrag. Oh joa, ik wait het wel; mainste miensen denken dat kabouters vrolijke luutjes binn'n. Dat komt onder andere deur de bouken van aine Rien Poortvliet. Dairenlaifhebbers zollen het wezen, wonend in 't grote bos... Ja, ja..

Loaten we het ains hebben over Paulus de boskabouter en kabouter Plop[1]. De televisieprogramma's over dat soort figuren worden specioal veur de klaine knuppeltjes van ain joar of vaier mokt. Want kaboutertjes binnen ja zo oardig en vrolijk en oh zo vrundelijk.

Dat binnen je reinste propagandaverhoalen! En as je de klainsten mor vrougtiedig begunnen te vertellen dat kabouters zo stoer, zo charmant en zo oardig binnen (volgens mie heb ik dat wel es voaker heurd; was der nait zo'n verske?), waiten ze loater nait aans dan dat alle kaboutertjes goud en laif binnen. Zo wordt ’t leutje grut wordt deur de bonzen in TV-laand  hersenspuild. 
Mor ja, dit kinn’n je in dizze moderne tieden verwachten.   Pabbe en moeke binnen overdag aan’t waark en as popkes van de crèche of schoule kommen, worden ze subiet achter of veur televisie (gelang ’t standpunt)  zet. Kinders  weer stil en zo waiten ze nait aans, dan dat kabouters elke dag in ain melkhaarbaargke zitten te lanterfanten  of stompzinnige dansjes doun.

Tot mien grote spiet mout ook ik bekennen dat ik lange tied in het sprookje van Paulus en Plop heb  leufd. Mor ik bin van mien geleuf of.  Want loat mie joe eem haardhandig uut de dreum helpen: Zo binnen kabouters ABSOLUUT nait! Wêl eerder wel ains keken het noar de Belgische Man biet hond wait woar ik ’t over heb.  Doar was ain asociale kabouter met de noam Wesley te zain.
En zo binnen kabouters dus almoal! Klieren tot en met. 

Wat? Ze hoalen joe geregeld 't bloud onder de noagels vandoan! Vandoar dat ik joe wil woarschauwen veur kabouters. En doarom zol ik joe ain poar veurbeelden geven van wat veur gekkigheden ze aalmoal doun. Mainste dingen kommen, denk ik,  wel bekend veur.

Zo binnen der toenbezitters dij zich nait goud lieken te beseffen, wat veur ain ellende ze op hals hoalen as ze ain stainen figuur in de toenwinkel kopen en dij in 't toentje zetten. Voak het de beste man of vrauw ain vievertje aanlegt om der viskes in te doun. Hail oardig. En doar mout dan ain kereltje met puntmutske op en met hengeltje in de haand aan de kaant bie ploatst worden.

Dat ze de kat op 't spek binden - of aans zegt - dat ze ain wolf in schoapskleren binnenhoald hebben, dat lichtje komt nait bie ze op. Want kabouters hebben oaltied zo'n gezellig dik buukje en van dij vrolijke kleertjes aan. Met puntmuts. Laifst in de kleur rood.  Wat dizze toenbezitters nait beseffen is dat ze noa ain goud half joar van bienoa alle vissen, dij in de viever zaten, of binnen.

De domkoppen geven dan voak raaigers de schuld van 't leegvreten van de viever. Fout! Zoas bie de de som ain plus ain twij uutkomt, zo is dat ook met kabouter plus hengel.  De uutkomst is oaltied viever leeg, dat is zo ainvoudig as wat! Weg is de dure investering in goldvissen en koikarpers! Dat dikke buukje van kabouters is der nait veur niks. Of dochten joe dat kabouters gain vis lusten? En dan heb ik het  mor nait over dat puntmutsje....

Nog ain veurbeeld. Der binnen van dij toenversieringen met schopke, schoffeltje, haarkje of kruuwoagentje in de handen. Wat dochten je wat dat soort luutjes met joen moestoentje doun? Zodroa de gruinte en 't fruit riep is, binnen de kabouters er as de kippen bie om alles in 't kruuwoagentje te stoppen om 't spul in ain kissie aan kaante van de weg te verkopen veur ain habbekrats. Zulf zain! Je kinnen in haarfsttied nait fietsen zunder  kroampies aan de kaante van de weg tegen te kommen woar pompoenen[2], dij ofkeurt binnen veur bewoning van kabouters, massoal aan de kaant van de weg veur dumpppriezen weggeven worden. Of dochten jullie dat pompoenen verkocht werden veur de sier?? Dan hebben je 't glad mis!

Volgend verhoal met gelieke strekking. Denken je dat je ain mooi moaltje eeteerappels kweekt hebben veur aigen gebruuk in de winterperiode, kiek dan uut veur de kabouters! Binnen de körtste keren stoat er ain bord in de toene met doarop Ardaappelen te KoOp !! Drei Euroo per vaif kieloo. En doarnoa hebben je allenig mor gezeur aan de kop van de buren omdat ze denken dat je ain domkop binnen. 'T liekt er net op asof je de eerste en twijde groep van de legere schoule oversloagen hebben want de woorden op't bord binnen toch zo goud spelt[3]!

Vervolgens kriegen je dat gedou en gezemel met potentiële eerappelkopers, want dij loaten zo'n boetenkansje natuurlek nait lopen. Je kinnen nait meer roupen dat je gain eerappels verkopen, want as je dat doun wiezen de belangstell'nden terecht noar dat bord dat in de veurtoene stait. En 't bord dij dat toenkaboutertje hienzet het kinnen je nait zo mor vothoalen, oh nee. Binnen drij tellen stait dat bord weer op zien plek. En zo binnen je hail rap deur joen winterveurroad eeteerappels hien. En mouten je noodgedwongen noar de AppieHaa tou om veuls te dure eerapels (voak met gloazige ogen dij je zo mooi aankieken) aan te schaffen. Al joen noeste arbeid noar de  @#$%!

Met daank aan de kabouters. Ik heb de zin mor eem censureert. Kinder lezen ook met.  En as je oeit de kans kriegen om der wat van te zeggen tegen de toenkabouter, let dan goud op! Nog gain dag of twij loater kinnen je in kraante lezen dat gemainte metingen doan het en dat er giftige grond is vonden in -oh wat touvallig- de buurt woar je wonen. Je kinnen drijmoal roaden woar de gemainte de giftige grond het aantroffen.  En je wozzen zeker dat dat er twij doagen eerder der nog nait was. Zoll’n de kaboutertjes wel doan hebben is dan ’t antwoord. Letterlijk!

Willen je zulf wat van kabouters doan hebben, dan mouten je ze wat te eten geven. Simpel as wat. Doun je dat nait, dan hebben je de poppen aan 't daansen. En dat is je reinste chantage van dij puntmutsfiguren. As je wat verstommeld hebben, dan wordt ook voak zegt dat kaboutertjes het doan hebben. Mor nee, dat ligt net eem iets aans! Grode kaans dat de kaboutertjes het wegrooft hebben veur aigen gebruuk!  Kabouters binnen net eksters. Met as gevolg dat je de verloren dingen noeit nait terug zain.  Al lezen je tegenwoordig voak in kraante dat trouwringen en zuks inains noa drijendattig joar of nog langer weer terugvonden worden. Doar is ookwel  ain verkloaring veur, de huus- toen- en keukenkabouter is simpel noar ain aandere plek verkast. Voak is men dan ook bliede dat men zien snuusterij weer terug het en dat men van ’t gedonder van de puntmutsenmaffia of is.

Joa ze hebben wat gemain met trolletjes. Zo kinnen ze urenlaank doodstil as ain bakstaine aan kaante van de viever stoan met hengeltje (voak met zo'n lachende grijns om de kop dij nait aans te bestempelen is van "wat ik heb jullie mooi tuk met mien truuk"). Tougeven, trollen kinnen ook knap lastig wezen. Doar waiten ze in Noorwegen en Zweden alles van of. Mor vergeleken met kabouters binnen trolletjes engeltjes!





[1] Dat is ain kenmaark van ze, ze hebben voak noamen dij met ain P begunnen. Kabouter Wesley's oalders waren wat minder traditionele luutjes. Zien Pa haitte dan ook Spillebeen, dij van dat hien en weer gewip op paddestoule (yup, zo'n aine met van dij rood met witte stippen). Aan dit feit kinnen je zain dat kabouters hailendail niks om de natuur geven. Kiek mor es goud rond, overal zain je omgeknakte paddestoulen. Puur vandalisme deur kabouters.

[2] woar het verhoal vandoan komt dat ze in paddestoulen wonen is mie ain groot roadsel. Goa mor noa, ain padestoule is veuls te klain om te wonen veur kabouters. Pompoenen kinnen uutholt worden, kinnen roampies in zet worden (op de methode wat as ik as klain kind wel es dee, twiegje of takje pakken,  wat natte spinrag deraan hengelen en dan met vinger veurzichtig derover wrieven, zodat spinrag deurzichtig werd) en wandjes binnen ook nait oal te moeilijk. Ain stoofke met beetje törf derin en de gemiddelde bemiddelde kabouter het het prima veurelkoar. 

[3] Dat kriegen je met kabouters, want dij hebben het schrieven best wel redelijk ofkeken van de miensen, mor ze hebben dat spellen noeit zo goud in de vingers kregen. Vandoar dat er ain Eetje of Ootje teveul op 't promotiebord stait. En dus stoan je ondanks zes joar legere school en tien joar eerappels rooien (of peren plukken of - ach wat, wat dondert 't ook- bedenk 't zulf ook mor) bie de buren en boetenluu veur poal. Of om 't aans te zeggen: je worden vaierkaant uutlacht deur de burgerij. En wel ’t nait metain deurhad, dat legere is bewust zo schreven. Ik mag groag met verdaipens schrieven.