zondag 5 juli 2015

Kabouters II

Ofwel, de ietwat aangepaste Nederlandse vertaling..


I
k heb wat met trollen. En des te minder heb ik op met kabouters. En dat komt door hun gedrag. Oh ja, ik weet het wel; de meeste mensen denken dat kabouters vrolijke luitjes zijn… Dat komt onder andere door de verhalen in de boeken van ene Rien Poortvliet. Dierenvrienden zouden het zijn, altijd behulpzaam, wonend in het grote bos.

Laten we het eens hebben over Paulus de boskabouter en kabouter Plop[1]. De televisieprogramma’s over dit soort figuren worden speciaal voor de kleintjes die een jaar of  vier oud zijn  gemaakt. Want kabouters zijn oh zo aardig en  vrolijk en vriendelijk.

Het zijn je reinste propagandaverhalen! En als je de kleinsten maar vroegtijdig begint te vertellen dat kabouters zo stoer, zo charmant en zo aardig zijn (Volgens mij heb ik dit vaker gehoord… Was er niet zo’n versje?), weten ze later niet anders dat kabouters lief en aardig van natuur zijn.  Zo wordt het kleine grut door de bonzen in TV-land gehersenspoeld.
Tsja.... Helaas kun je dit  in deze moderne tijd verwachten. 


Vader en moeder zijn beiden overdag aan het werk en als de kindertjes terugkomen van de crèche of school, worden ze subiet achter of voor de tv (naar gelang het standpunt) gezet. De kinderen zijn weer stil, pa en moe tevreden. En zo weet het grut  niet anders dat kabouters elke dag in een melkherbergje zitten te lanterfanten of stompzinnige dansjes  dansen om daarbij nog dommere liedjes te zingen. De indoctrinatie gaat ver, heel ver.

Tot mijn grote spijt moet ik erkennen dat ook ik lange tijd in het sprookje van Paulus en Plop heb geloofd. Maar ik ben van dat geloof af. Want laat mij u even hardhandig uit uw droom helpen, zo lief en aardig als men op de tv doet voorkomen zijn kabouters ABSOLUUT niet! Wie eerder wel eens heeft gekeken naar het Belgische Man bijt hond weet waarover ik het heb. In dat programma  was enige tijd een asociale kabouter met de naam Wesley te zien. En zo zijn kabouters allemaal! Geen één uitgezonderd! Echt, het zijn klieren tot en met.

Wat? Ze halen geregeld het bloed onder de nagels vandaan! Vandaar dat ik u wil waarschuwen voor het terreur van kabouters. En daarom zal ik u een paar voorbeelden geven welke gekkigheden deze puntmutsen allemaal uitvreten. De meeste ervan zullen u wel bekend voorkomen.

Zo zijn er bezitters van een tuin die niet goed lijken te beseffen welke ellende ze in huis halen als ze een stenen figuur bij het plaatselijke tuincentrum kopen en deze in het tuintje plaatsen. Vaak heeft de beste man of vrouw een vijvertje aangelegd om er visjes in te doen. Heel aardig.. En daar moet dan een kereltje met een puntmutsje  op en met een hengeltje in de hand aan de oever van het vijvertje geplaatst worden.

Dat ze de kat op het spek binden – of anders gezegd – dat ze een wolf in schaapskleren binnen gehaald hebben, dat lichtje komt niet bij hen op. Want kabouters hebben altijd zo’n gezellig dik buikje en van die vrolijke kleertjes aan. Met puntmuts. Het liefst in de kleur rood. Wat deze tuineigenaren niet lijken te beseffen is dat ze na een goed half jaar van bijna alle vissen die in de vijver zaten, af zijn.

De domkoppen geven vaak zonder uitzondering reigers de schuld van een leeg gevreten vijver. Fout! Zoals de uitkomst van de som één plus één twee is, zo is dit ook het geval bij een kabouter met hengel. De uitkomst is altijd een LEGE vijver. Het is zo eenvoudig als wat! Wég is de dure investering in goudvissen en koikarpers! Dat dikke buikje heeft de puntmutsbezitter niet voor niets. Of bent u soms in de veronderstelling dat kabouters geen vis lusten? En dan heb ik het nog  steeds niet over het puntmutsje...

Nog maar een voorbeeld. Er zijn tuinversieringen met een schepje, schoffeltje, harkje of kruiwagentje in hun handen. Wat dacht u wat deze luitjes met uw moestuintje doen? Zodra de groente en fruit rijp is , zijn de kabouters er als de kippen bij om alles in hun kruiwagentje te stoppen om het spul in een kistje langs de kant van de weg  te zetten en te verkopen voor een habbekrats. Zelf gezien!

Je kan in de herfsttijd niet fietsen zonder een kraampje tegen te komen waar pompoenen[2], die afgekeurd zijn voor huisvesting voor kabouters, massaal langs de kant van de weg voor dumpprijzen worden weggegeven. Of dacht u soms dat die pompoenen verkocht werden voor de sier? Helaas, dan heeft u het goed mis!

Nog een voorbeeld met dezelfde strekking. U denkt in uw moestuintje een aardig voorraadje aardappelen te hebben gekweekt zodat u vervolgens de winter goed door kan komen met uw eigen teelt. Kijk dan goed uit voor de kabouters! Binnen de kortste keren staat er een bord in de tuin met daarop EerdaAppelen te KoOp !! Drei Tweej Euroo per vaif kieloo!! Daarna heeft u alleen nog maar gezeur aan de kop van de buren, die ten onrechte denken dat u een domkop bent. Het lijkt warempel er net op dat u de eerste twee groepen van de lagere school heeft overgeslagen. De woorden op het bord waren toch echt goed gespelt[3]!

Vervolgens krijgt u het gedoe en gezanik van potentiële klanten, want die laten dit buitenkansje natuurlijk niet lopen. U kunt niet meer roeptoeteren dat u geen aardappelen verkoopt, want als u dat doet wijzen de belangstellenden terecht naar het bord dat in UW voortuin staat. En het bord, dat het tuinkaboutertje stiekem heeft geplaatst, kunt u niet zo maar weghalen, o nee! Voordat u met uw droge ogen kunt knipperen is het bord weer op zijn plek geplaatst. Zo bent u vrij snel door uw wintervoorraad Opperdoezen heen. En mag u noodgedwongen naar de  lokale Albertos Tegeinos (ook voor al uw Griekse specialiteiten) toe om daar een veel te dure zak aardappelen - vaak met van die glazige ogen, die je zo mooi aan kunnen kijken - aan te schaffen.

Al uw noeste arbeid naar de !@#$!! Ik heb de zin maar even gecensureerd, want kinderen[4] kunnen ook meelezen. Als u ooit eens de kans krijgt om uw huistuinkabouter op deze fratsen aan te spreken, let dan bijzonder goed op! Nog geen dag of twee later kunt u in het plaatselijke bokkenblad lezen dat de gemeente grondmonsters genomen heeft en dat daarbij giftige grond  in – o wat toevallig toch – uw woonwijk is gevonden. En u mag driemaal raden waar precies de gemeente het vervuilde grondmonster heeft aangetroffen.  En u wist nog wel zo zeker dat u twee dagen eerder geen last had van de koolwaterstoffen in uw moestuintje. Standaard antwoord van de raamambtenaar: “Dat zullen de kaboutertjes dan wel gedaan hebben”. Juist ja, die letterlijke interpretatie kan er ook nog wel bij.

Wil je wat van kabouters gedaan krijgen, dan moet je ze te eten geven. Zoveel is wel duidelijk geworden. Doe je dat niet, dan heb je de poppetjes aan het dansen (in hun melkherbergje). Het is je reinste chantage van de puntmutsbrigade.    Als er per ongeluk iets zoek is geraakt, wordt er ook vaak gezegd dat de kaboutertjes dit hebben gedaan. Nee… het ligt net even iets genuanceerder. Grote kans dat een kabouter  het heeft “geleend” voor eigen gebruik! Kabouters zijn net eksters. Met als gevolg dat u uw verloren  spullen waarschijnlijk nooit meer terugziet. Al lees je tegenwoordig wel erg vaak in de krant dat trouwringen en zulks opeens na drieëndertig jaar of langer verborgen te zijn geweest ineens weer opduiken. 

Ook daar is een afdoende verklaring voor. De huis- tuin- en keukenkabouter is simpelweg naar een andere bestemming verkast. Vaak is men dan ook erg blij dat de snuisterijen teruggevonden zijn en dat men eindelijk verlost is van de kabouter cosa nostra.

Ja, kabouters hebben wat gemeen met trollen. Zo kunnen ze urenlang als een baksteen langs de kant van een vijver staan met hun hengeltje (vaak met een lachende grijns, die niet anders te bestempelen valt als “wat heb ik jullie tuk met mijn truc”). Toegegeven trollen kunnen ook knap lastig zijn. Daar weten ze in Noorwegen en Zweden alles van af. Echter vergeleken met kabouters, zijn trollen (b)engeltjes…





[1] Het is een kenmerk van kabouters dat ze allemaal namen hebben die beginnen met een P. Kabouter Wesleys ouders waren van de wat minder traditionele luitjes. Zijn vader heette dan ook Spillebeen, juist, die van het heen en weer gewip op een paddenstoel (rood, met witte stippen). Aan dit feit kun je meteen zien dat kabouters helemaal niets geven om de natuur. Kijk maar eens goed rond tijdens de herfstperiode, her en der zie je geknakte paddenstoelen. Puur vandalisme door de puntmutsenmaffia.

[2] Waar het verhaal vandaan komt dat kabouters in een paddenstoel wonen is voor mij een groot raadsel. Ga maar na, een paddenstoel is veel te klein om in te wonen. Pompoenen kunnen uitgehold worden, er kunnen raampjes in gezet worden - op de manier zoals ik dat als klein jochie vroeger deed; twijgje zo buigen als een tennisracket, wat vochtig spinrag ermee opvangen en vervolgens voorzichtig met een vinger er overheen wrijven zodat het spinrag doorzichtig wordt -  en wandjes plaatsen is ook niet al te moeilijk. Stoofje met een beetje turf erin en de gemiddelde  eh bemiddelde kabouter heeft het prima voorelkaar

[3] Dit soort grappen krijg je dus met kabouters, want ze hebben het schrijven best wel aardig afgekeken van de mensen, maar die spelling en grammatica, dat is wat problematisch voor ze. De alfabetisch onderlegde puntmuts krijgt dat maar niet goed onder de knie. Vandaar dat er een Eetje of Ootje teveel op het promotiebord staat (en sinds de Groningse uitvoering op dit blog is geplaatst, is de prijs van aardappelen gedaald. Het is maar dat u het weet). En dus staat u, ondanks zes jaar lagere school en tien jaar aardappelen rooien (of peren plukken of – ach laat ook maar, u kunt zelf ook wel iets bedenken -) bij de buren, boeren  en buitenlui voor paal. Of om het iets anders te verwoorden: u wordt vierkant uitgelachen en bespot door de burgerij.

[4] En hun tere zieltjes wil ik niet nog meer op de proef stellen. Dit verhaal over kabouters is al erg genoeg voor ze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten